We kenden elkaar van verjaardagsfeestjes waar we beiden kwamen. En op het tiende gezamenlijke feestje kwamen we elkaar tegen op de gang van een groot herenhuis waar de helft van de kamers nog geen functie had. En wij bedachten ter plekke een functie voor één van die lege kamers. In de woorden van Meat Loaf bleef het bij het eerste honk of zo, maar het was een mooi begin.
Midden in de nacht, bij jou thuis wist ik opeens niet meer wat ik allemaal zou willen zeggen. En jij blijkbaar ook niet. Tenminste niet iets over elkaar. Gelukkig was er nog genoeg te vinden van de anderen op het verjaardagsfeestje.
Jij had een cd gekocht van de Counting Crows. We luisterden tien keer achter elkaar naar de eerste twee nummers. Hanginaround en Mrs. Potter’s Lullaby.
Op een of andere manier werden we de volgende middag toch wakker in hetzelfde bed. En dan doet het altijd het meeste pijn, zoals Adam Duritz de nacht ervoor tien keer voor ons had gezongen. Meat Loaf kon tevreden zijn, maar we wisten beiden dat het hier bij zou blijven.
Waarom? We waren toch beiden jong, leuk en knap. Tenminste, dat vonden we van elkaar. Maar die vadsige jongen met die pijl en boog op dat kitscherige schilderij boven de cd-speler had weer eens gemist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten